Een weekendje Keulen, dichtbij en super gemakkelijk bereikbaar met de trein. Vanuit het station Brussel Noord spoor je in ruim anderhalf uur naar het centrum van Keulen. En als ik centrum zeg dan bedoel ik hier ook echt centrum. Bij het buitengaan van het station sta je pal voor de Kölner Dom.
Hoe mooi is dit gebouw ? statig en indrukwekkend overdag en ’s avonds prachtig verlicht. Tijdens de 2de wereldoorlog werd zowat heel Keulen platgebombardeerd maar de Dom bleef overeind. Geallieerde piloten gebruikten de Dom immers als oriëntatiepunt. Sinds 1996 is de Dom opgenomen op de Werelderfgoed lijst van Unesco. En terecht volgens mij.
Voor een prachtig panoramisch zicht op Keulen bezoek je de Kölntriangle. Een lift brengt je naar de 28ste verdieping. Het is even aanschuiven want je bent niet de enige die hier van wil genieten. Maar het wachten loont.
Op weg naar de Kölntriangle wandel je over de Hohenzollernbrücke. Net zoals Parijs heeft Keulen ook een eigen ‘lock love bridge’ en wat voor een. Ruim 40 000 keren is hier eeuwige liefde gezworen.
Als je dan toch naar Keulen gaat is het een aanrader om even het programma te bekijken van de Kölner Philharmonie. Een prachtige concertzaal. Het loont de moeite om hier een concertje mee te pikken. De concertzaal ligt onder de grond, vlak onder het Heinrich-Böll plein. Als je over dit plein loopt loop je eigenlijk over het dak van de concertzaal. Het plein wordt dan ook afgesloten voor publiek als er een concert bezig is. Het geluid van wandelende mensen zou immers hoorbaar zijn in de zaal.
Je kan Keulen niet verlaten zonder het chocolade museum te bezoeken, het populairste museum van de stad. En al jaren in de top 10 van meest bezochte musea in Duitsland. Opgericht door Hans Imhoff, een Keulse chocolade leverancier en wereldleider in de chocolade industrie.
Het museum is een aanrader. Je reist terug in de tijd naar de Inca’s en de Azteken die een mysterieuze drank brouwden ‘xocoatl‘ op basis van cacaobonen. Ze brachten deze drank op smaak met vanille of chilipeper. De Azteken geloofden dat deze drank een afrodisiacum was. De Spaanse veroveraars brachten deze drank mee naar Spanje. Van daaruit veroverde het al snel de smaakpapillen van de europese vorstenhuizen. Het kon toen alleen nog maar in vloeibare vorm genoten worden. Chocolade in vaste vorm, zoals wij dat kennen werd immers maar ontwikkeld tegen het einde van de 17de eeuw. In het museum zijn mooie oude chocolade – serviesjes te bezichtigen die door de adel gebruikt werden.
In het museum is ook heel het productie-proces van chocolade te zien. Van boon tot tablet. Je krijgt de kans een eigen chocolade-tablet te maken, helemaal volgens jou smaak. Het is aanschuiven aan de grote chocolade fontein waar een medewerker van het museum een koekje in de vloeibare chocolade dipt. oh zo lekker.
En als je nog niet genoeg hebt van al dat zoet. Dan bezoek je toch zeker het Grand Café. Een tafeltje met uitzicht op de Rijn en een heerlijk stukje zoet… Meer heb je niet nodig om gelukkig te zijn.
Bedankt Mr. Imhoff.








